Kwaadwillenden en aanwijzingen van de Belastingdienst
Sinds 1 januari 2020 handhaaft de Belastingdienst de Wet DBA bij meer opdrachtgevers wanneer deze:
- worden gezien als kwaadwillend (denk aan bedrijven die veel zzp’ers inhuren tegen zeer lage uurtarieven), of;
- als er aanwijzingen zijn gegeven die niet worden opgevolgd.
Laatstgenoemde situatie kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer na een controle van de Belastingdienst blijkt dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking maar geen kwaadwillendheid. In dat geval handhaaft de Belastingdienst nog niet, maar worden er ‘aanwijzingen’ gegeven. Daarmee zal opdrachtgever aan de slag moeten om te zorgen dat er duidelijkheid komt over de opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie, dan wel werkgever-werknemer-relatie.
Een voorbeeld van het geven van aanwijzingen (en dat de Belastingdienst niet alleen kwaadwillenden controleert) blijkt wel uit meer recentere berichtgeving over het feit dat meerdere musea op de vingers zijn getikt door de Belastingdienst na het houden van een steekproef. Meer informatie over de manier waarop de Belastingdienst controleert is te vinden in het document 'Handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties'.
Als er geen sprake is van een van bovenstaande situaties dan wordt de handhaving in ieder geval uitgesteld tot 1 januari 2025. Het kabinet wil op deze datum nieuwe wet- en regelgeving invoeren die de Wet DBA vervangt.
Handhavingsplan 2024 bekendgemaakt
In aanloop naar het stoppen van het handhavingsmortuarium heeft de Belastingdienst plannen gepubliceerd over de eventueel te nemen stappen. Het handhavingsplan voor 2024 is onlangs bekendgemaakt. Hierin wordt de ‘weg naar opheffing van het handhavingsmoratorium’ geschetst.
Er is ook gewerkt aan een perspectiefnota. Hierin staat beschreven hoe het ‘normaliseren’ van de handhaving op arbeidsrelaties concreet vorm moet krijgen. De Belastingdienst gebruikt daarbij een zogenaamd drie-sporen-beleid.
- Actieve samenwerking met de markt: actief samenwerken met die partijen die willen en kunnen voldoen aan de fiscale en sociale verzekeringsverplichtingen zoals inhouding en afdracht van de loonheffingen en de afdracht van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zvw en de premies werknemersverzekeringen.
- Specifieke aandacht: specifiek aandacht geven aan dat deel van de markt dat extra aandacht nodig heeft van de Belastingdienst en zijn partners om aan de verplichtingen uit wet- en regelgeving te voldoen. Op basis van objectieve kenmerken krijgen hierbij de meest risicovolle sectoren of arbeidsrelaties meer handhavingsaandacht.
- Reguliere klantbehandeling: de behandeling krijgt vorm binnen de reguliere klantbehandeling, waarbij geen sprake is van bijzondere voorinformatie.
De Belastingdienst heeft ook een memo gepubliceerd met de gevolgen voor de BTW en inkomstenbelasting als er wordt gehandhaafd.
De Belastingdienst heeft ook een memo gepubliceerd met de gevolgen voor de BTW en inkomstenbelasting als er wordt gehandhaafd.
Sectorgerichte benadering
In de sectoren zorg en bouw is de Belastingdienst gestart met een sectorgerichte benadering als het gaat om het toezicht op de wet DBA. Meer daarover is te lezen het ‘Toezichtplan Arbeidsrelaties’ en de Intentieverklaring beheersingsmodel Zorg. Vooralsnog is niet bekend of een dergelijk toezichtsplan ook in de culturele en creatieve sector toegepast zal worden.
Lees ook:
Zesde voortgangsbrief 'Werken als zelfstandige'
Zevende voortgangsbrief 'Werken als zelfstandige'
Voortgangsbrief over werken met en als zelfstandige(n)
Intentieverklaring beheersingsmodel Zorg